Enkelfracturen zijn een veelvoorkomend klinisch letsel. Door de zwakke weke delen rond het enkelgewricht is er na het letsel een aanzienlijke verstoring van de bloedtoevoer, wat genezing bemoeilijkt. Daarom worden bij patiënten met open enkelblessures of wekedelenkneuzingen die geen directe interne fixatie kunnen ondergaan, meestal externe fixatieframes gecombineerd met gesloten repositie en fixatie met Kirschner-draden gebruikt voor tijdelijke stabilisatie. De definitieve behandeling vindt plaats in een tweede fase zodra de conditie van de weke delen is verbeterd.
Na een comminutieve fractuur van de laterale malleolus is er een neiging tot verkorting en rotatie van de fibula. Indien dit in de eerste fase niet wordt gecorrigeerd, wordt het behandelen van de daaropvolgende chronische fibulaverkorting en rotatiedeformiteit in de tweede fase een grotere uitdaging. Om dit probleem aan te pakken, hebben buitenlandse wetenschappers een nieuwe aanpak voorgesteld voor de repositie en fixatie in één fase van fracturen van de laterale malleolus die gepaard gaan met ernstige wekedelenschade, met als doel zowel de lengte als de rotatie te herstellen.
Kernpunt 1: Correctie van de verkorting en rotatie van de fibula.
Meervoudige fracturen of verbrijzelde fracturen van de fibula/laterale malleolus leiden meestal tot verkorting van de fibula en externe rotatiedeformiteit:
▲ Illustratie van verkorting van de fibula (A) en externe rotatie (B).
Door de gebroken uiteinden handmatig met de vingers samen te drukken, is het meestal mogelijk om de laterale malleolusfractuur te reponeren. Als directe druk onvoldoende is voor repositie, kan een kleine incisie langs de voorste of achterste rand van de fibula worden gemaakt en kan een reductietang worden gebruikt om de fractuur vast te klemmen en te repositioneren.
▲ Illustratie van externe rotatie van de laterale malleolus (A) en reductie na handmatige compressie met de vingers (B).
▲ Illustratie van het gebruik van een kleine incisie- en reductietang voor geassisteerde reductie.
Kernpunt 2: Onderhoud van de reductie.
Na repositie van een laterale malleolusfractuur worden twee 1,6 mm Kirschner-draden zonder schroefdraad ingebracht via het distale fragment van de laterale malleolus. Deze worden direct geplaatst om het laterale malleolusfragment aan de tibia te fixeren, waardoor de lengte en rotatie van de laterale malleolus behouden blijven en verplaatsing tijdens verdere behandeling wordt voorkomen.
Tijdens de definitieve fixatie in de tweede fase kunnen de Kirschner-draden door de gaten in de plaat worden gehaald. Zodra de plaat stevig vastzit, worden de Kirschner-draden verwijderd en worden er schroeven door de gaten voor de Kirschner-draden gestoken voor extra stabilisatie.
Plaatsingstijd: 11-12-2023