Wat is een acromioclaviculaire gewrichtsluxatie?
Een dislocatie van het acromioclaviculaire gewricht verwijst naar een type schoudertrauma waarbij het acromioclaviculaire ligament beschadigd raakt, wat resulteert in een dislocatie van het sleutelbeen. Het is een dislocatie van het acromioclaviculaire gewricht veroorzaakt door een externe kracht die op het acromionuiteinde wordt uitgeoefend, waardoor het schouderblad naar voren of beneden (of naar achteren) beweegt. Hieronder leren we meer over de soorten dislocaties van het acromioclaviculaire gewricht en de behandelingen ervan.
Ontwrichtingen (of separaties) van het acromioclaviculaire gewricht komen vaker voor bij mensen die sporten of fysiek werk verrichten. Een ontwrichting van het acromioclaviculaire gewricht is een separatie van het sleutelbeen van het schouderblad. Een veelvoorkomend kenmerk van dit letsel is een val waarbij het hoogste punt van de schouder de grond raakt, of een directe impact van het hoogste punt van de schouder. Ontwrichtingen van het acromioclaviculaire gewricht komen vaak voor bij voetballers, wielrenners of motorrijders na een val.
Soorten acromioclaviculaire gewrichtsluxaties
II°(graad): het acromioclaviculaire gewricht is licht verplaatst en het acromioclaviculaire ligament kan uitgerekt of gedeeltelijk gescheurd zijn; dit is het meest voorkomende type acromioclaviculaire gewrichtsletsel.
II° (graad): gedeeltelijke dislocatie van het acromioclaviculaire gewricht, verplaatsing is mogelijk niet zichtbaar bij onderzoek. Volledige scheur van het acromioclaviculaire ligament, geen ruptuur van het rostrale claviculaire ligament.
III° (graad): volledige separatie van het acromioclaviculaire gewricht met volledige scheur van het acromioclaviculaire ligament, rostroclaviculaire ligament en het acromioclaviculaire kapsel. Omdat er geen ligament is om te ondersteunen of te trekken, zakt het schoudergewricht door onder het gewicht van de bovenarm, waardoor het sleutelbeen prominent en omhoog lijkt te staan en er een verdikking in de schouder zichtbaar is.
De ernst van een acromioclaviculaire luxatie kan ook worden ingedeeld in zes typen, waarbij type I-III het meest voorkomt en type IV-VI zeldzaam is. Vanwege ernstige schade aan de ligamenten die de acromioclaviculaire regio ondersteunen, vereisen alle type III-VI-letsels een chirurgische behandeling.
Hoe wordt een acromioclaviculaire luxatie behandeld?
Voor patiënten met een acromioclaviculaire gewrichtsluxatie wordt de juiste behandeling gekozen op basis van de aandoening. Bij patiënten met een milde vorm van de aandoening is conservatieve behandeling mogelijk. Specifiek is bij een type I acromioclaviculaire gewrichtsluxatie rust en ophanging met een driehoekige handdoek gedurende 1 tot 2 weken voldoende; bij een type II luxatie kan een rugband worden gebruikt voor immobilisatie. Conservatieve behandeling, zoals fixatie met een schouder- en elleboogband en remmen, is mogelijk; patiënten met een ernstiger aandoening, d.w.z. patiënten met een type III letsel, dienen een chirurgische behandeling te overwegen omdat hun kapsel, het acromioclaviculaire ligament en het rostrale claviculaire ligament zijn gescheurd, waardoor het acromioclaviculaire gewricht volledig instabiel is geworden.
De chirurgische behandeling kan worden onderverdeeld in vier categorieën: (1) interne fixatie van het acromioclaviculaire gewricht; (5) rostrale slotfixatie met ligamentreconstructie; (3) resectie van het distale sleutelbeen; en (4) krachtspiertranspositie.
Plaatsingstijd: 07-06-2024