Femurhalsfracturen vormen 50% van de heupfracturen. Voor niet-oudere patiënten met een femurhalsfractuur wordt meestal een interne fixatiebehandeling aanbevolen. Postoperatieve complicaties, zoals het niet-genezen van de fractuur, necrose van de femurkop en verkorting van de femurhals, komen echter vrij vaak voor in de klinische praktijk. Momenteel richt het meeste onderzoek zich op het voorkomen van femurkopnecrose na interne fixatie van femurhalsfracturen, terwijl er minder aandacht is voor het probleem van verkorting van de femurhals.

Momenteel zijn interne fixatiemethoden voor femurhalsfracturen, waaronder het gebruik van drie gecanuleerde schroeven, FNS (Femoral Neck System) en dynamische heupschroeven, allemaal gericht op het voorkomen van varusvorming van de femurhals en het bieden van axiale compressie om non-union te voorkomen. Ongecontroleerde of overmatige glijdende compressie leidt echter onvermijdelijk tot verkorting van de femurhals. In het licht hiervan hebben experts van het Second People's Hospital, verbonden aan de Fujian University of Traditional Chinese Medicine, gezien het belang van de femurhalslengte voor fractuurgenezing en heupfunctie, het gebruik van een "anti-verkortingsschroef" in combinatie met FNS voorgesteld voor de fixatie van femurhalsfracturen. Deze aanpak heeft veelbelovende resultaten opgeleverd en het onderzoek is gepubliceerd in de laatste editie van het tijdschrift Orthopaedic Surgery.
Het artikel noemt twee soorten "anti-verkortingsschroeven": een standaard gecanuleerde schroef en een schroef met een dubbele schroefdraad. Van de 53 gevallen in de groep anti-verkortingsschroeven werd in slechts 4 gevallen de schroef met dubbele schroefdraad gebruikt. Dit roept de vraag op of de gedeeltelijk gecanuleerde schroef met schroefdraad daadwerkelijk een anti-verkortingseffect heeft.

Toen zowel de gedeeltelijk gecanuleerde schroeven als de schroeven met dubbele schroefdraad samen werden geanalyseerd en vergeleken met traditionele interne fixatie met FNS, toonden de resultaten aan dat de mate van verkorting in de groep met anti-verkortingsschroeven significant lager was dan in de traditionele FNS-groep op de follow-uppunten na 1 maand, 3 maanden en 1 jaar, met statistische significantie. Dit roept de vraag op: is het effect te wijten aan de standaard gecanuleerde schroef of aan de schroef met dubbele schroefdraad?
In het artikel worden 5 casussen beschreven waarbij sprake was van schroeven met anti-verkorting. Bij nadere beschouwing is te zien dat in de casussen 2 en 3, waarbij gedeeltelijk schroefdraadgecanuleerde schroeven werden gebruikt, er sprake was van een merkbare terugtrekking en verkorting van de schroef (de afbeeldingen met hetzelfde nummer komen overeen met dezelfde casus).





Op basis van de casusbeelden is de effectiviteit van de schroef met dubbele schroefdraad bij het voorkomen van verkorting duidelijk zichtbaar. Wat de gecanuleerde schroeven betreft, biedt het artikel geen aparte vergelijkingsgroep. Het artikel biedt echter wel een waardevol perspectief op interne fixatie van de femurhals en benadrukt het belang van het behouden van de lengte van de femurhals.
Plaatsingstijd: 06-09-2024