banier

Chirurgische technieken | Vakkundig gebruik van de “calcaneale anatomische plaat” voor interne fixatie bij de behandeling van humerusgrote tuberositasfracturen

Fracturen van de tuberositas major van de humerus zijn veelvoorkomende schouderletsels in de klinische praktijk en gaan vaak gepaard met dislocatie van het schoudergewricht. Bij verbrijzelde en verplaatste fracturen van de tuberositas major van de humerus vormt een chirurgische behandeling om de normale botanatomie van de proximale humerus te herstellen en de schouderhefboom te reconstrueren de basis voor functioneel herstel van de schouder. Veelgebruikte klinische methoden zijn onder andere het gebruik van anatomische platen van de tuberositas major van de humerus, anatomische platen van de proximale humerus (PHILOS), schroeffixatie of ankerhechting met een spanband.

zz1

Bij de behandeling van interne fractuurfixatie is het vrij gebruikelijk om anatomische platen, oorspronkelijk ontworpen voor één type fractuur, flexibel aan te brengen op andere fractuurlocaties. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van een omgekeerde distale femorale LISS-plaat voor de behandeling van proximale femurfracturen, en metacarpale platen voor het fixeren van radiuskop- of tibiaplateaufracturen. Bij humerus tuberculum majusfracturen hebben artsen van het Lishui People's Hospital (het zesde aangesloten ziekenhuis van de Wenzhou Medical University) de unieke voordelen van de calcaneus anatomische plaat in termen van plasticiteit en fixatiestabiliteit overwogen en deze toegepast op de proximale humerus met gerapporteerde effectieve resultaten.

zz2

De afbeelding toont anatomische calcaneusplaten van verschillende afmetingen. Deze platen zijn zeer flexibel en hebben een sterke plasticiteit, waardoor ze stevig met schroeven aan het botoppervlak kunnen worden bevestigd.

Typische casusafbeelding:

zz3
zz4

In het artikel vergeleek de auteur de effectiviteit van calcaneus anatomische platen met PHILOS-fixatie. Hieruit bleek dat de calcaneus anatomische plaat voordelen bood bij het herstel van de schouderfunctie, de lengte van de chirurgische incisie en het chirurgisch bloedverlies. Het gebruik van anatomische platen die ontworpen zijn voor één type fractuur om fracturen op andere locaties te behandelen, is in feite een grijs gebied in de klinische praktijk. Indien er complicaties optreden, kan de geschiktheid van de keuze voor interne fixatie in twijfel worden getrokken, zoals blijkt uit het wijdverbreide maar kortdurende gebruik van omgekeerde LISS-platen bij proximale femurfracturen, wat leidde tot een aanzienlijk aantal mislukte fixaties en daarmee samenhangende geschillen. De in dit artikel beschreven interne fixatiemethode is daarom bedoeld als referentie voor klinische artsen en vormt geen aanbeveling.


Plaatsingstijd: 26-08-2024