Een verbrijzelde patellafractuur is een lastig klinisch probleem. De moeilijkheid schuilt in hoe deze te verkleinen, aan te passen tot een volledig gewrichtsoppervlak, en hoe de fixatie te behouden en te behouden. Momenteel zijn er veel interne fixatiemethoden voor verbrijzelde patellafracturen, waaronder Kirschner-draadspanbandfixatie, gecanuleerde nagelspanbandfixatie, draadcerclagefixatie, patellaklauwen, enz. Hoe meer behandelingsopties, hoe effectiever of toepasbaarder de verschillende behandelopties zijn. Het fractuurpatroon was niet wat verwacht werd.

Bovendien zijn er, vanwege de aanwezigheid van diverse metalen interne fixaties en de oppervlakkige anatomische structuur van de patella, veel complicaties verbonden aan postoperatieve interne fixatie, waaronder irritatie van het implantaat, het losraken van de K-draad, draadbreuk, enz. Deze complicaties zijn niet ongebruikelijk in de klinische praktijk. Buitenlandse wetenschappers hebben daarom een technologie voorgesteld die gebruikmaakt van niet-absorbeerbare hechtingen en meshhechtingen, de zogenaamde "spinnenwebtechnologie", en die goede klinische resultaten heeft opgeleverd.
De naaimethode wordt als volgt geïllustreerd (van links naar rechts, van bovenste rij naar onderste rij):
Eerst wordt, nadat de breuk is hersteld, de omliggende knieschijfpees met tussenpozen rond de knieschijf gehecht, zodat er verschillende losse half-ringvormige structuren voor de knieschijf ontstaan. Vervolgens worden hechtingen gebruikt om elke losse ringvormige structuur tot een ring te rijgen en deze vast te knopen.
De hechtingen rond de knieschijfpees worden aangetrokken en geknoopt, vervolgens worden er twee diagonale hechtingen kruislings aangehecht en geknoopt om de knieschijf te fixeren en ten slotte worden de hechtingen een week lang rond de knieschijf gelust.


Wanneer het kniegewricht gebogen en gestrekt wordt, is te zien dat de breuk stevig vastzit en dat het gewrichtsoppervlak vlak is:

Genezingsproces en functionele status van typische gevallen:


Hoewel deze methode goede klinische resultaten heeft opgeleverd in onderzoek, is het gebruik van sterke metalen implantaten onder de huidige omstandigheden mogelijk nog steeds de eerste keus van huisartsen. Het kan zelfs postoperatieve gipsimmobilisatie ondersteunen om fracturen te bevorderen en interne fixatie te voorkomen. Falen is het primaire doel; functioneel resultaat en kniestijfheid kunnen secundaire overwegingen zijn.
Deze chirurgische optie kan matig worden toegepast bij een aantal geselecteerde geschikte patiënten en wordt niet aanbevolen voor routinematig gebruik. Deel deze technische methode ter referentie door clinici.
Plaatsingstijd: 6 mei 2024